-
1 Band
Band1〈m.; Band(e)s, Bände〉1 band, (boek)deel♦voorbeelden:————————Band2〈v.; Band, Bands〉————————Band3〈o.; Band(e)s, Bänder〉1 lint, band♦voorbeelden:2 ein neues Modell auf Band legen • een nieuw model, type in productie nemen————————Band4〈o.; Band(e)s, Bande〉♦voorbeelden:zarte Bande knüpfen • een liefdesbetrekking aanknopen -
2 zarte Bande knüpfen
Перевод: с немецкого на все языки
со всех языков на немецкий- Со всех языков на:
- Немецкий
- С немецкого на:
- Нидерландский